Robinson, K. (2011). Het element. Spectrum.
Mentors kunnen een nieuw licht werpen op een nieuwe wereld en de vlammen belangstelling laten opgloeien tot echte passie (Robinson, 2011, pp 177)
Mentoren hebben een aantal functies in het laten raken van ander. Allereerst is er het herkennen, dit houdt in dat de mentor de aanleg waarmee de ander (de leerling) in zijn element kan komen herkent. Dan is er het stimuleren, waarbij de mentor de ander laat geloven dat die iets bereiken kan dat voordat ze elkaar ontmoette onmogelijk leek. De mentor helpt de ander dus van de twijfel af. De mentor laat de ander beseffen welke vaardigheden hij al bezit en wat er bereikt kan worden. Als derde is er het faciliteren, waarbij adviezen en vaardigheden worden aangereikt om verder te komen. Het pogen en leren van de fouten is hierin een belangrijk onderdeel. Tot slot is er het oprekken, waarbij de mentor de ander voorbij de grenzen duwt. De mentor herinnert de ander daarmee dat de inspanningen nooit gemiddeld mag zijn. Het mentorschap werkt twee kanten op: het is belangrijk een mentor te hebben en er één te zijn (Robinson, 2011, pp 178-184).