Bron: Bouwhuis&Pragt – Krachtgericht coachen met beeldopnamen

NAAM BRON: Krachtgericht coachen met beeldopnamen

TYPE BRON: Internetartikel

AUTEUR: Bouwhuis en Pracht

APA:

Bouwhuis, M., & Pragt, A. (2021, 22 maart). Krachtgericht coachen met beeldopnamen. De Onderwijsspiegel. Geraadpleegd op 25 september 2021, van https://onderwijsspiegel.nl/coachen-met-beeldopnamen/krachtgericht-coachen-met-beeldopnamen/

CONTEXT: Beeldcoaching, beeld als intervisie, intervisie, reflectie

VERZAMELING VAN MATERIAAL UIT DE BRON:

 

‘Beeldbegeleiding is een effectie vorm van coaching van leraren en leerlingen. Door je bewust te worden van wie je bent als leraar en wat voor effect je gedrag heeft op de leerlingen kun je je verder ontwikkelen.’ (Bouwhuis & Pragt, 2021, par. 1)

Bij beeldbegeleiding is de belangrijkste taak van de begeleider het ondersteunen van de leerkracht bij de verder ontwikkeling. Hiervoor dient de beeldbegeleider goed te kijken, luisteren, aan te voelen en vanuit daar richting geven door de juiste vragen te stellen. Vertrouwen is hierbij de basis (Bouwhuis & Pragt, 2021).

Korthagen, aangehaald door Bouwhuis & Pragt (2021), geeft aan dat reflectie een belangrijke rol speelt in de ontwikkeling van de leerkracht. Het werken met beelden sluit hierbij aan.

Er zijn meerdere niveaus waarop door middel van beeld reflecteert kan worden. Dit kan op het niveau van de leraar en leerling in de klas zijn op basis van de beelden; dit kan op het niveau van herbeleven zijn wanneer er naar de beelden gekeken wordt; en op basis van het moment dat dat de beelden worden besproken. Deze drie niveaus worden gericht met elkaar verbonden en zo biedt de beeldbegeleider diepgaand en duurzaam leren (Bouwhuis & Pragt, 2021). à Sluit aan bij methodiek

Centraal in het begeleiden van de beelden staat het volgende: Het krachtgericht werken in stappen (hoe te werken aan de kwaliteit); het ui-model in de beeldbegeleiding (waar komt het gedrag vandaan); het reflectiemodel (wat is het effect van de interactie); de lift (hoe komt er beweging); en presence (het hier en nu) (hoe word de leerkracht pedagogisch sensitief) (Bouwhuis & Pragt, 2021).  à Koppelen aan presence. En kwaliteit

 

Beeldbegeleiding start het een bewustwording van de beginsituatie. Hierbij worden de mogelijke kwaliteiten die in te zetten zijn en verder te ontwikkelen zijn geïnventariseerd. De beeldbegeleider herkent deze kwaliteiten in de opnamen door goed te kijken (Bouwhuis & Pragt, 2021). à START voor gesprek

De beeldbegeleider helpt de leerkracht bij het verkrijgen van zelfvertrouwen door in het beeld de leerkracht te richten op de kernkwaliteiten (Bouwhuis & Pragt, 2021).

Binnen het UI-model van Korthagen en Nuijten komen een aantal aspecten naar voren. Allereerst is er in de buitenste rand de omgeving waarbij de vraag gesteld kan worden wat de leerkracht tegenkwam en waar die mee te maken kreeg. De volgende ring naar binnen toe vraag om het gedrag te beschrijven. Wat de leerkracht doet staat hier centraal. Hierna volgen de competenties, waarbij wordt onderzocht wat de leerkracht kan. Vervolgens komen de overtuigingen centraal te staan door de vraag te stellen waar de leerkracht in gelooft. De op een-na-laatste ring bevraagt de leerkracht op zijn identiteit door te vragen hoe hij zich in de professionele rol ziet. De kern van de ui bevraagt de betrokkenheid op het grote geheel van de leerkracht door hem hierop te bevragen (Bouwhuis & Pragt, 2021). à LET OP ZOEK DE PRIMAIRE BRON DIT IS MOOI OM MEE TE CODEREN EN ZO TE KIJKEN HOE VAAK COMPETENTIES NAAR VOREN KOMEN.

 

Door middel van het reflectiemodel van Korthagen wordt niet alleen het gedrag van de leerkracht bekeken, ook wordt onderzocht waar het gedrag vandaan komt. Dit gebeurt vanuit een negental vragen waarbij denken, voelen en willen centraal staan. De 1e vraag vraagt om de context te beschrijven. Hierna volgen de vragen: wat wilde ik, wat voelde ik, wat dacht ik, wat deed ik om zicht te krijgen op het eigen handelen. Aanvullend worden de volgende vragen gesteld om zicht te krijgen op het eigen handelen: Wat wilden de anderen in de situatie; wat voelden de anderen in de situatie; wat dachten de anderen?; en wat deden de anderen (Bouwhuis & Pragt, 2021). à OPZET VOOR MOGELIJKE VRAGEN – VERWERKEN EN COMPETENTIES ERIN MEENEMEN

Tijdens het analyseren worden gedragspatronen zichtbaar die terug te zien zouden kunnen zijn in de begeleiding. Dit biedt voor de beeldbegeleider ook op metaniveau een ingang voor gesprek. à MEERDERE INGANGEN, MAAR NIET MEENEMEN IVM MOGELIJKE VERSCHUIVING VAN RICHTING