Bron: Boal & Jackson – Rainbow of desire

AUTEUR: Augusto Boal (vertaling Jackson)

TITEL:  Rainbow of desire

TYPE BRON: Boek

APA: Boal, A., & Jackson, A. (1995). The Rainbow of Desire. Routledge.

CONTEXT: Bewustwording, transformatieve praktijk, bewust in handelen, herziening vragen

 

Door zichzelf te observeren ontdekt iemand wat hij is en wat hij niet is. Tevens kan hij zich voorstellen wie hij kan zijn. Een persoon heeft vanuit diverse blikken ervaringen met observaties. Dit kunnen observaties van anderen zijn die zijn gedeeld (de ervaringen van een moeder), maar ook ervaringen van zelfobservatie (een reflectie in het water). Maar ook kan een verbeelde reflectie een vorm van observeren zijn, dan verbeeld de persoon een mogelijke situatie. De mens is  in dit denken driedimensionaal wanneer we spreken over de ‘ik’ die observeert, de ‘ik’ in de situatie en de ‘niet-ik’ die je kunt zijn (Boal & Jackson, 1995).

 

‘The human being alone possesses this faculty fors elf-observation in an imaginary mirror.’ (Boal & Jackson, 1995, p. 13). à CITAAT

 

‘it allows him to imagine variations of his action, to study alternatives. Man can see himself in the act of seeing, in the act of acting, in the act of feeling, the act of thinking. Feel himself feeling, think himself thinkning.’ (Boal & Jackson, 1995, p. 13) à CITAAT

 

Er zijn diverse dimensies vanuit naar een situatie bekeken kan worden. Allereerst is er de affectieve dimensie. Hierbij wordt er geobserveerd en wordt er gevoeld wat er aan de hand is en zou kunnen zijn. Ook is er de oneirische dimensie, hierbij wordt de observant een droomwereld ingetrokken en verliest deze contact met het concrete en de fysieke ruimte (Boal & Jackson, 1995).

 

Het observeren van zichzelf in de handeling heeft, refererend naar Boal & Jackson (1995), ook wel iets weg van de een acteur die vanuit twee verschillende visies op theater kan werken. Een acteur volgens de school van Stanislavski zal, ondanks dat hij weet dat hij acteert, proberen geen aandacht te besteden aan het feit dat er publiek naar hem kijkt. Terwijl een acteur met een Brechtiaanse grondslag zich volledig bewust is van het feit dat er publiek is en daarmee een gesprekspartner van het publiek is.

 

Binnen het proces van observeren kan dezelfde persoon met twee persoonlijkheden te maken krijgen, namelijk de ‘ik’ in de situatie en de ‘ik’ die erover vertelt. Doordat deze in tijd en ruimte van elkaar gescheiden zijn, kunnen dit niet dezelfde personen zijn (Boal & Jackson, 1995).

 

Doordat we onszelf kunnen observeren in een andere situatie en eventueel kunnen nadenken over een nieuwe wenselijke situatie is er sprake van dichotomie, een niet overlappende structuur. De ‘ik-vooraf’ is de persoon die wordt geobserveerd, maar nog steeds aanwezig is in de ‘huidige-ik’. De persoon van vandaag kan dus terugkijken naar de persoon van gisteren. Zo kan er ook gekeken worden naar de ‘ik-nogmaals’, de persoon in een gelijke situatie een volgende dag. De persoon morgen kan alleen de persoon van gisteren en vandaag nooit observeren, omdat dit over iets in de toekomst gaat. Dit betreft fictie (Boal & Jackson, 1995).

 

Kennis wordt niet alleen via de hersenen vergaart, maar ook via de zintuigen. Doordat deze ervaringen worden emoties aangesproken die bepaalde gedachten geven. Het menselijk lichaam signaleert constant deze prikkels van onze zintuigen en reageert hierop. (Boal & Jackson, 1995).

‘I see and I see myself, I speak and I listen to myself, I think and I think about myself; all of which is only possible because of the doubling of the ‘I: I-now’ perceives ‘I-before’ and has a presentiment of (anticipates) a ‘possible-I’, a ‘future-I’.’ (Boal & Jackson, 1995, p. 28).

 

‘But what does ‘to be conscious of something’ mean? It means that we are capable of explaining, of putting into words. We can say we are conscious of something when we are capable of explaining it – however well or badly – totally or in part. We may explaint it better of worse, just as we are more of less consious of it.’ (Boal & Jackson, 1995, p. 33-34) à POSTIONERING

 

Er is onbewust stukken in het geheugen die nauwelijks verwoord kunnen worden. Er zijn alleen duidelijke grenzen of duidingen die aangeven welk onbewuste zijn bewust kan worden gemaakt en bewust zaken eventueel benoemd kunnen worden. Het onbewust is lastig te benaderen. We kunnen dit niet door spraak alleen benaderen, maar door verbeelding kunnen we het onbewuste zijn benaderen (Boal & Jackson, 1995). à TACIT KNOWLEDGE

 

Bij de werkvorm ‘images of the image’ scheppen deelnemers situaties die gestart worden vanuit een bestaande situatie. Er wordt eerst vertelt wat de wil en de verlangens waren van het personage (de protagonist) en welke karaktereigenschappen de persoon heeft in die situatie. Daarna blijft de algemene structuur overeind, maar meerdere participanten tonen hun beeld van de situatie (Boal & Jackson, 1995).

 

De werkvorm ‘image of transition’ beschreven in the rainbow of desire (Boal & Jackson, 1995) komt ergens overeen met de interventie. De deelnemers beschrijven namelijk een echte situatie. Het verschil is echter dat deze werkvorm ook vraag om de gewenste situatie te tonen. Hierdoor moet de bewustwording niet alleen uitgesproken worden, maar ook worden getoond. à TRANSFORMATIEVE PRAKTIJK